BEATFM

F

Fantasy
De groep Fantasy kwam uit New York en had een aantal Amerikaanse clubhits waaronder de clubchart nummer 1 hit "You're Too Late" (1981). Groepsleden waren Ken Roebson, Tami Hunt, Rufus Jackson en Carolyn Edwards.

Fat Larry’s Band
Fat Larry's Band was een R&B en funk band uit Philadelphia. De band werd opgericht door drummer en zanger "Fat" Larry James in 1977. Eén van de band’s grootste hits was "Act Like You Know" en de ballad "Zoom" (beiden 1982), welke laatste het met name ook goed deed in Europa. In Engeland deden ook de singles "Center City" en "Boogie Town" het nog redelijk. Larry James overleed in 1987 waarna de band ontbonden werd.

Fatback Band
The Fatback Band was een Amerikaanse 70’s en 80’s funkband. Ze begonnen in 1973 met platen uitbrengen, maar het duurt tot 1976 tot ze succes beginnen te krijgen als ze het nummer “Spanish Hustle” uitbrengen. De band is ook verantwoordelijk voor wat algemeen wordt gezien als de eerste hip hop single, “King Tim III (Personality Jock)” (1979). Ook de eerdere single “Do The Bus Stop” (1975) blijkt later een voorlopersfunctie te vervullen, in dit geval voor de electric boogie rage van begin jaren ’80. Daarnaast scoort de band nog behoorlijke clubhits met "I Found Lovin'" (1984) en "Girls On My Mind" (1985).

Phil Fearon & Galaxy
Phil Fearon was een Engelse platenproducer, zanger en toetsenist bij de studiogroep Galaxy die met name in de jaren ’80 commercieel succes genoot. Hits van de groep waren “Dancing Tight”, “Wait Until Tonight (My Love)” (beiden 1983), “What Do I Do” en “Everybody's Laughing” (beiden 1984). Voordat Phil bij Galaxy kwam zat hij bij de groep Kandidate. Zijn laatste grote hit scoorde Phil Fearon met “Ain't Nothing But A House Party” (1986), waarna hij een eigen platenlabel begon.

52nd Street
52nd Street was een jazz/funk groep die in 1983 werd opgericht in Manchester, Engeland. De eerste plaat die de groep uitbracht was "Look Into My Eyes" (1982), maar deed maar weinig. Het duurt vervolgens tot 1986 voordat ze een hit scoren met het door Nick Martinelli geproduceerde "Tell Me (How It Feels)" die zowel de Engelse als Amerikaanse R&B top 10 behaalt. Ook het bijbehorende album “Children Of The Night” doet het aardig, net als de nummers "I Can't Let You Go" en "You're My Last Chance". Ook het volgende album “Something's Going On” (1987) doet het redelijk en levert nog de single "I'll Return" op, maar daarna wordt het stil rond de groep.

First Choice & Rochelle Flemming
Rochelle Fleming, Annette Guest en Joyce Jones vormen in 1968 de groep The Debonettes, om begin jaren ’70 als First Choice een platencontract te bemachtigen. Hun debuutsingle "This Is The House Where Love Died" doet het plaatselijk aardig maar levert geen grote hits op. Hun volgende single "Armed And Extremely Dangerous" (1973) doet het aanmerkelijk beter en is aanleiding om het gelijknamige album uit te brengen. Diverse singles volgen in 1974 met als hoogtepunt "The Player", hun grootste hit. Het bijbehorende gelijknamige album doet echter weinig. In 1976 scoren ze grote clubhits met "Gotta Get Away (From You Baby)", "First Choice Theme (So Let Us Entertain You)" en "Let Him Go". First Choice werd doorgaans bijgestaan door een ritmesectie die ook deel uitmaakte van de groep MFSB en tevens huisband was voor vele Gamble & Huff producties op het Philadelphia International Records label. Hierna tekenen de dames van First Choice bij het befaamde Salsoul sublabel Gold Mind hetgeen ze in 1977 de megahit "Doctor Love" oplevert. In datzelfde jaar wordt hun album "Delusions" uitgebracht met daarop ook het nummer "Let No Man Put Asunder" dat pas zes jaar later in een remix van Frankie Knuckles alsnog een hit wordt. In 1979 wordt onder leiding van onder andere Tom Moulton het album "Hold Your Horses" opgenomen. Hits van dat album zijn de titeltrack, "Double Cross" en "Love Thang". Het album "Breakaway" volgt in 1980 maar levert geen hits op. Om uiteenlopende redenen wordt de groep daarna opgeheven. Groepslid Rochelle Flemming gaat daarna door met een solocarrière en scoort in die hoedanigheid nog bescheiden hits met "Love Itch" (1985), "Who Do You Love" (1988) en "Danger" (1995).

1st Light
Zie ook Paul Hardcastle & 1st Light.

Five Star
Five Star bestond uit de zusters en broers Pearson en was één van de bekendste Engelse groepen tussen 1985 en 1990. In 1985 brachten ze hun debuutalbum “Luxury Of Life” uit met de hits "Hide And Seek", "All Fall Down", "Let Me Be The One" en "Love Take Over". Een jaar later volgde door “Silk And Steel” (1986), waarvan miljoenen exemplaren werden verkocht en die maar liefst zeven hitsingles opleverde. Door hun succes en groepssamenstelling werden ze min of meer gezien als de Engelse Jacksons en scoorden hun grootste hits met de singles "System Addict", "Can't Wait Another Minute", "Find The Time", "Rain Or Shine" "Stay Out Of My Life" (allen 1986) en "The Slightest Touch" (1987). Ook wonnen ze in 1987 een BRIT Award voor beste Britse groep. Datzelfde jaar verscheen ook hun succesvolle derde album “Between The Lines”, waarop onder andere de hitsingle "Strong As Steel" stond. Onderstussen had groepslid Lorraine een relatie met Eddie Murphy en was zelfs korte tijd verloofd met de Amerikaanse comedian. In 1988 neemt de groep afscheid van hun jonge geluid en kiezen een meer volwassen rock en dancesound met de door Leon Sylvers III geproduceerde single "Another Weekend" (1988). Die doet het echter aanmerkelijk minder goed, net als het bijbehorende album “Rock The World”. Ook een “Greatest Hits” album in 1989 doet maar weinig voor de groep. De laatste noemenswaardige single was "Treat Me Like A Lady" (1990), waarna de groep nog wel albums blijft uitbrengen maar zonder veel succes.

Roberta Flack
Roberta Cleopatra Flack werd in 1937 geboren in een klein plaatsje in North Carolina, Amerika. Roberta Flack kwam uit een muzikale familie en speelde op 9-jarige leeftijd al verdienstelijk piano om daarna op 15-jarige leeftijd muziek te gaan studeren aan de Howard universiteit. Ze werd ontdek door pianist Les McCann in een nachtclub in Washington, waarna ze in 1970 debuteert met het album “First Take”. In 1972 brengt ze “Where Is The Love?” uit, een duet met Donny Hathaway. Een jaar later volgt de single “Killing Me Softly With His Song” en ook het nummer “Feel Like Making Love” wordt een hit. Andere bekende opnames met Donny Hathaway waren “The Closer I Get To You” (1978) en “You Are My Heaven” (1979). In 1979 scoort ze ook solo hits met “Back Together Again” en het door Stevie Wonder geschreven “Don't Make Me Wait Too Long” en is ze verantwoordelijk voor de start van de solocarriëre van Luther Vandross. Een jaar later gaat ze samenwerken met Peabo Bryson, waarmee ze in 1986 een hitduet heeft met “Tonight I Celebrate My Love”. Ze blijft daarna met regelmaat platen uitbrengen, maar die zijn geen commercieel succes.

Rochelle Flemming
Zie First Choice & Rochelle Flemming.

The Flirts
The Flirts waren een driekoppige meidengroep uit New York, waarvan de samenstelling regelmatig wijzigde. Hun grootste hits, die ze scoorden met producer Bobby Orlando, waren “Jukebox (Don't Put Another Dime)” en “Passion” van hun debuutalbum "10 Cents A Dance"' (1982). Die platen werden vooral grote hits doordat de videoclips ervan veel gedraaid werden op het toen nog jonge MTV. Latere albums deden aanmerkelijk minder.

Pennye Ford
Pennye Ford kwam uit Ohio en was de zus van Sharon Redd. Na haar muziekstudie gaat Pennye zingen bij de groep Reach. Begin jaren ’80 gaat ze solo en brengt de single “Change Your Wicked Ways” uit die een behoorlijke clubhit oplevert. Het bijbehorende album “Pennye” volgt in 1984 en ook de single “Dangerous” (1985) van dat album doet het redeliijk en haalt zelfs de Engelse top 50. Pennye Ford verzorgt daarna, zonder daarvoor vermelding te krijgen, de vocalen op de Snap singles “Ooops Up” en “Mary Had A Little Boy”. Daarnaast werkt ze met Chaka Khan aan “Our Day Will Come”, een duet met Edwin Starr. In 1993, ze noemt zich dan inmiddels Penny Ford (zonder de 'e'), brengt ze het weinig succesvolle album “Penny Ford” dat geproduceerd werd door Randy Jackson. Op dat album staat ook het duet “Under Pressure” met haar zus Sharon Redd, die rond diezelfde tijd (1992) overlijdt aan longonsteking.

Forrest
Forrest Thomas werd geboren in Galveston, Texas en begon al op zeer jonge leeftijd met zingen in het kerkkoor. Als hij naar Europa verhuist scoort hij een enorme internationale hit met de covers “Rock The Boat” (1982), waarmee hij de Engelse top 5 haalt, en “Feel The Need” en in mindere mate ook met “One Lover” en “Dancing With My Shadow”. Het bijbehorende album “Forrest/One Lover” (1983) doet echter maar weinig. Daarna volgen nog wat minder succesvolle singles, te weten “Dance All Night”, “She's So Divine” (beiden 1984) en “She's So Free” (1986). Naast een solocarrière werkt hij ook mee aan het soulmedley-project Band Of Gold die een enorme hit scoort met “Love Songs Are Back Again”. Aan het begin van het nieuwe millennium heeft Forrest nog clubsucces met DJ Roog en het nummer “Where Did Our Love Go”. Ook treed Forrest op in de Motown theater show R.E.S.P.E.C.T., een show met soulrepertoire.

Four Seasons
Zie ook Frankie Valli & The Four Seasons.

Four Tops
The Four Tops kwamen in 1954 bij elkaar als The Four Aims en kregen als zodanig hun eerste platencontract in 1956. Ze wijzigden de groepsnaam daarop in The Four Tops om verwarring met The Ames Brothers te voorkomen. Hun eerste single "Kiss Me Baby” flopte volledig. In 1960 nemen ze het liedje "Ain't That Love" op die de eerste in een rij van hits blijkt te zijn. In 1964 tekenen de heren bij Motown waar ze onder de hoede van productieteam Holland-Dozier-Holland diverse hits scoren, waaronder "Baby I Need Your Loving" (1964), "Same Old Song", "I Can't Help Myself" (beiden 1965), "Reach Out And I'll Be There" (1966) en "Standing In The Shadows Of Love" (1967). Na het vertrek van Holland-Dozier-Holland bij Motown in 1967 neemt het succes van de groep aanmerkelijk af. Halverwege de jaren ’70 sluiten ze aan bij de discorage met als noemenswaardige hits "Catfish" (1976), "The Show Must Go On" (1977) en "H.E.L.P." (1978). In 1981 komen The Four Tops bij Casablanca Records terecht wat ze de hits "When She Was My Girl" en “Don’t Walk Away” oplevert. In 1983 keren ze terug naar het Motown label en toeren tot op de dag vandaag veelvuldig samen met The Temptations. Naast diverse minder succesvolle albums oogsten ze in 1988 nog éénmaal hitparadesucces met het album "Loco In Acapulco" en de gelijknamige single.

Fox The Fox
De band Fox The Fox werd in 1983 opgericht. De naam van band werd ontleend aan tekts uit het nummer "Shock The Monkey" van Peter Gabriel. De eerste single “Flirting And Showing” kwam uit in 1983 en werd meteen een behoorlijke hit en een paar maanden later stonden ze al in het voorprogramma van de Amerikaanse zanger Curtis Mayfield in Groningen. In 1984 verschijnt hun volgende single "Precious Little Diamond" die het wederom goed doet. De single is niet alleen succesvol in Nederland, maar in heel Europa en Noord- en Zuid Amerika. In Noord-Amerika wordt de plaat pas in 1986 een hit, mede dankzij een remix van de Amerikaanse remixer Shep Pettibone. Ook het nummer “I.C.Eyes” (1984) doet het redelijk en in 1985 verschijnt de laatste noemenswaardige single, “Stealin’,” die echter niet verder komt dan de tipparade. De band blijft daarna nog wel muziek maken maar wordt uiteindelijk in 1990 opgeheven.

Foxy
De groep Foxy werd in 1976 opgericht door Ish Ledesma en ontstond uit een groep sessiemuzikanten, die onder contract kwamen bij platenlabel T.K. Records. Ze volgden KC & The Sunshine Band op, nadat die het studiowerk hadden verruild voor een eigen, succesvolle carriere. In 1976 debuteerde de groep met het album “Foxy”. Dit album leverde vooral plaatselijk succes op. Daarna volgt het album "Get Off" (1978) met de gelijknamige funky single die wereldwijd een hit oplevert voor de band. In 1979 vervolgt de groep het succes met de hit "Hot Number". In 1980 verschijnt tijdens de nadagen van de disco het album "Party Boys" dat vooral door de slechte promotie niet veel resultaat oplevert buiten een bescheiden clubhit voor de titeltrack. In datzelfde jaar wordt ook nog het album "Live" uitgebracht dat eigenlijk niets doet, waarna de band wordt opgeheven. Oprichter Ish Ledesma was eind jaren ’70 ook al aan een solocarrière begonnen die hem in 1979 de hit "Don't Stop" oplevert van zijn debuutalbum “Ish”. Daarna werkte hij mee aan hits van anderen, zoals Abba's "Voulez-Vous" en Gloria Estefan's "Bad Boy" en schreef en produceerde onder andere de hit "Fascination" van Company B.

Aretha Franklin
Aretha Franklin werd geboren in 1942. Ze zong in het kerkkoor en nam al op jonge leeftijd haar eerste album “The Gospel Sound Of Aretha Franklin” op. In 1960 tekende ze haar eerste platencontract, maar het duurde tot 1966 voordat ze echt succes kreeg met de single “I Never Loved A Man (The Way I Loved You).” Daarna volgden “Respect”, een bewerking van het Otis Redding liedje, en een reeks van soulhits, waaronder “Think” en “(You Make Me Feel Like) A Natural Woman”. Ook in de jaren ’70 genoot Franklin veel succes met haar muziek, hetgeen haar de titel Queen Of Soul opleverde. In 1980 nam ze het album “Aretha” op die haar de post-disco hit “What A Fool Believes” (origineel van de Doobie Brothers) opleverde. Ook verscheen ze in de film “The Blues Brothers” waarin ze een nieuwe versie van “Think” vertolkte. Het album “Love All The Hurt Away” (1981) leverde de hit “Hold On I'm Coming” op en “Jump To It” vestigde haar naam definitief in de dancewereld. Vervolgens verscheen het album “Who's Zoomin' Who” met de gelijknamige hitsingle, “Freeway Of Love” en “Another Night”. Het album “Aretha” (1986) bracht haar verder nog de hit “Jumpin' Jack Flash” voor de gelijknamige film en “I Knew You Were Waiting (For Me)”, een duet met George Michael, was de laatste grote hit voor Aretha Franklin.

Michael Franks
Michael Franks werd geboren in 1944 in La Jolla, Californië en begon serieus met muziek maken tijdens zijn middelbare school tijd. Hij geeft tijdens en na zijn literatuurstudie in de vroege jaren ’70 muziekles aan UCLA en Berkeley en verzorgt ondertussen de muziek voor de films Count Your Bullets en Zandy's Bride. Hij neemt zijn eerste album op in 1973 en brengt vervolgens diverse succesvolle albums uit. Hij werkte verder onder andere met The Crusaders, David Sanborn en Toots Thielemans. Op BeatFM draaien we regelmatige zijn nummers “When Sly Calls (Don't Touch That Phone)” van het album "Passion Fruit" (1983) en “Read My Lips” van het album “Skin Dive” (1986).

Freeez
Freeez was onderdeel van de Engelse Britfunk stroming begin jaren ’80 en werd opgericht door John Rocca. De groep was redelijk succesvol met de clubhits “Southern Freeez” en "Flying High" (beiden 1981). In 1983 nemen ze met producer Arthur Baker het electro-getinte nummer "I.O.U." op waarmee ze een enorme internationale hit scoren. Daarna volgen hetzelfde klinkende singles als "Pop Goes My Love" en "Love's Gonna Get You" die het vooral goed doen in de clubs. Oprichter John Rocca nam ook platen op onder de naam Pictures en Pink Rhythm en scoort in 1987 nog een behoorlijke solohit met "I Want It To Be Real".

Fruitcake
In 1980 richten Jan-Paul Driessen (broer van Ellert Driessen van Spargo) en Rob Taekema de disco/funk band Fruitcake op. Ook Mildred Douglas, die later met de groep Mai Tai diverse hits scoort, maakt deel uit van de groep. De eerste single “My Feet Won’t Move” (1981) doet het in Nederland goed en bereikt de achtste plaats van de Top 40. Een aantal minder succesvolle singles volgt totdat de groep in 1982 nog een bescheiden hit scoort met “I Like The Way”. Het debuutalbum en een opvolger daarvan leveren echter maar weinig resultaat op.

Fun Fun
Fun Fun was een Italiaans popduoproject, oorspronkelijk bestaande uit Ivana Spagna en Angela Parisi die tussen 1983 en 1989 enkele grote hits hadden. Het succes begon met “Happy Station” (1983), en dan met name de remix van Ben Liebrand, en werd gevolgd door “Colour My Love” en “Give Me Your Love” (beiden 1984). Daarna volgden “Tell Me” (1985), “Baila Bolero” (1986) en “Hit Mix” (1987). Nadat Ivana Spagna in 1986 een solocarrière was begonnen werd haar plaats ingenomen door Antonelle Pepe.

Fugees
The Fugees was een hip hop groep uit New Jersey die midden jaren ’90 populair werd. Hun muziek bavatte elementen van soul, and Caribbische muziek en reggae. De groep werd gevormd door Wyclef Jean, Lauryn Hill en Pras Michel. De groepsnaam naam ontleenden ze aan het Engelse word voor vluchteling ,"refugee", omdat hun voorvaderen ooit naar Amerika waren gevlucht. The Fugees namen twee albums op, waarvan de eerste flopt en de tweede, “The Score” (1996), een wereldwijd succes wordt die een Grammy oplevert. De hits van dat album zijn "Fu-Gee-La" (1995), "No Woman No Cry" (origineel van Bob Marley) "Killing Me Softly" (origineel van Roberta Flack en "Ready Or Not” allen 1996). Daarna, in 1997, neemt Lauren.Hill een uiterst succesvol solo-album op getitled “The Miseducation Of Lauryn Hill” en gaat Wyclef Jean diverse andere arteisten produceren en scoort zelf nog een hit met het nummer "Ghetto Supastar". Geruchten over een nieuw album van de Fugees duiken daarna met regelmaat op maar hebben tot op heden niet tot enig resultaat geleid.